Vaarwel, mijn Griet en ik ga naar zee De wind is reeds noordoost Het schip ligt zeilklaar op de ree Dus Grietje wees getroost Straks kom ik weer naar 't vaderland En dan wordt gij mijn vrouw Ik heb mijn hart aan U verpand Dus Grietje denk dan ook aan mij Beschouw u reeds als bruid Ga nooit met knapen wie 't ook zijn O Grietje droog uw tranen af Men liefste schrei niet meer Gij zijt en blijft mijn hartelief Wees niet jaloers mijn lieve Griet Die bruine meisjes kus ik niet Die zijn zo zwart van vel Maar de stuurman kwam aan het Oosterstrand Daar was zijn hart gerust En menig meisje bruingebrand Maar wat deed Grietje bllef zij 'm trouw Werd zij dien dag reeds bootsmansvrouw