Waar was ik nou, weet jij veel, wat maakt het uit.
Geeft het iets, niet voor niets, ben ik het kwijt.
Waar [belde] je, verstop me niet
Je was gelukkig toen en ben ik gevoed met onwetendheid
en denk je niet dat de sterkste schoen geweven blijft.
Barst het weer, barst het weer uit elkaar
Ik wacht te lang, ik dacht ik kan het aan.
Hier is het dan [het zachte weer ik]dan het gaat
zal je altijd bij me blijven als ik je vraag.
of het vanzelf gaat, waarom ben jij al weg
dat ik je meer vertrouw dan ik twijfels heb.
Hoe vaak zag ik je niet met mijn ogen dicht.
Ik wacht te lang, ik dacht ik kan het aan.
Hier is het dan het zachte weer ik dan het gaat
zal je altijd bij me blijven als ik je vraag.